Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo zij nu den koning bekend, indien dezelve stad zal worden opgebouwd, en de muren voltrokken, dat zij den [29]cijns, [30]ouden impost, en [31]tol niet zullen geven, en [32]gij zult aan de [33]inkomsten der koningen schade aanbrengen. 29. Het Chaldeeuwse woord betekent eigenlijk maat enzovoorts cijns, tribuut, schatting, of schat; dien een ieder naar de mate zijner goederen den koning moest geven; Neh.5:4. Zie ook onder, vs.20, en hfdst.7 vs.24. 30. Impost, die men vanouds gewoon was op allerlei koophandel te stellen. Anders, hoofdschatting. 31. Op de havens en in het passeren der heirwegen, rivieren, enz. Sommigen maken van deze drie soorten maar twee, en zetten het aldus over: Zij zullen den ouden schot en tol niet geven. 32. Zo gij [koning] hun voornemen niet belet. Anders, zij zal; te weten, Jeruzalem. 33. Of, de schatkamer.